Jongeren bekijken de wereld vaak met een frisse blik. Ongehinderd door veel levenservaring belanden ze voortdurend in nieuwe situaties. Van een nieuwe klas tot een nieuw sociaal medium. Van een verse liefde tot een nieuwe woonplaats. Nieuw, spannend en onzeker zijn voor jongeren kenmerken van het dagelijks leven. Ook de coronacrisis was nieuw, spannend en onzeker. Maar is dat dan iets om je buitensporig druk over te maken wanneer je jong bent? Of is het simpelweg een volgende onzekere situatie die vraagt om aanpassingsvermogen? We blikken terug op de betekenis van familie tijdens Lockdown.
Youngworks interviewde in april 2020 – op het hoogtepunt van de coronacrisis – 25 jongeren van 15 t/m 23 jaar. De deelnemers komen uit alle provincies, zijn van alle opleidingsniveaus en hebben zeer verschillende achtergronden en interesses. De schat aan verhalen die dit opleverde helpt ons om de ideeën en het gedrag van jongeren in deze absurde tijd te blijven begrijpen.
“Bij mijn vrienden vóél ik me thuis. Maar nu moet ik écht thuisblijven… Bij mijn ouders.”
Scholier, 18 jaar
Thuis in huis?
“Het is thuis voor en thuis na” verzucht Lynn Berger over de betekenis van thuis tijdens de Coronatijd.[1] Thuis zijn deden we de afgelopen weken immers het meest. In haar podcast ontleedt Berger de betekenis van ‘thuis’. Een begrip dat niet alleen naar een fysieke plek verwijst maar ook naar een gevoel. Dat deze plek en dit gevoel niet altijd samenvallen, illustreert de quote van de 18-jarige jongen hierboven. Hij voelt zich thuis bij zijn vrienden, en niet bij zijn ouders met wie hij thuis woont. Niet zo gek, want de relatie met anderen is bepalend voor waar we ons thuis voelen, aldus socioloog Jan Willem Duyvendak.[2] Dit roept de vraag op hoe het hoe het al die jongeren die noodgedwongen thuis kwamen te zitten is vergaan. Hoe dealen zij met die familieleden die ook thuis wonen? Was het stiekem wel gezellig, of juist drie keer niks?
Quality-time versus ergernissen
Een deel van de jongeren bevalt het thuiszitten wel. Zij kunnen het over het algemeen goed vinden met hun ouders en genieten van de “qualitytime” met hun normaalgesproken druk werkende ouders. Of zoals een 20-jarigen het verwoordt: “We kunnen weer even wat moeder-dochter-tijd inhalen”. Voor deze groep is de Corona-tijd, zeker aan het begin, een soort minivakantie. Families hebben plots alle tijd om samen dingen te doen waar ze het eerder te druk voor hadden:
“Mijn moeder is nu veel meer thuis, we kunnen daardoor echt leuke dingen doen samen, dat is wel lekker. Vanmiddag hebben we samen een ritje in de cabrio gemaakt, met het dak open.”
Vwo’er, 17 jaar
Maar we hoorden ook een ander verhaal. Niet voor alle jongeren is dit een tijd om de contacten met familieleden eens lekker aan te halen. Een deel van de jongeren heeft om verschillende redenen namelijk helemaal geen zin in hun ouders, broertjes, zusjes (etc.) en de nodige stief- en half-familie die ook opeens thuis is. Zij vonden hun familie al buitengewoon vervelend en doordat ze nu op elkaars lip zitten lopen de spanningen in huis flink op.
“Nou ik denk dat mijn emoties een beetje achteruit gaan, haha. Het begint namelijk echt vervelend te worden. Ik word sneller boos, mijn emoties worden steeds heftiger. Dan word ik bozer of verdrietiger. Toch omdat ik niet in mijn normale leven zit. Het is alsof mijn emoties er ook een beetje klaar mee zijn.” Vmbo’er, 16 jaar
Een aantal jongeren beschrijven hoe gevoelens van frustratie niet alleen met hun ouders samenhangen, maar ook met henzelf als emotionele puberende wezens.
“Het botert niet zo tussen mijn moeder en mij. Zij kan veel uit haar slof schieten en ik vraag ook veel als puberend type hoor. De coronacrisis versterkt dit allemaal. Nu ik constant binnen ben, zonder ik mij af. Ik erger me gewoon rot aan iedereen in huis.”
Vwo’er, 16 jaar
Het opgesloten puberbrein
Kijkend naar de ontwikkelingsfase waarin puberende jongeren zich bevinden, is het logisch dat deze tijd voor hen éxtra frustrerend is. Pubers hebben heftigere emoties en zijn daarnaast bezig met losmaken van thuis.[3] Normaal gesproken doen ze dit door erop uit te trekken met vrienden en het avontuur op te zoeken. Tijdens corona trekken ze zich vooral terug op hun kamer en zoeken ze online contact met vrienden.
“Ik zit zoveel mogelijk op mijn kamer. Ik heb twee schermen openstaan, dus ik kan gamen en appen tegelijk. En als ik beneden kom ga ik expres op een plek zitten waar niemand zit, anders moet ik weer met hun meepraten.” Vwo’er, 16 jaar
In lijn met de ontwikkeling die jongeren doormaken, blijkt dat oudere thuiswonende jongeren (waaronder ook teruggekeerde studenten) minder frictie met hun familieleden ervaren. Deze groep heeft de pubertijd achter zich liggen: de hormonen gieren niet meer zo door hun lijf en ze hebben zich wat meer losgemaakt van hun ouders. Dat ook deze jongeren bovengemiddeld veel tijd met hun ouders spenderen, roept bij hen geen irritatie of frustratie op, maar eerder kameraadschap. Ze voeren gesprekken met hun ouders, broers en zussen, die ze normaal gesproken met vrienden of huisgenoten hebben. Hierdoor zien ze hun ouders in een nieuw daglicht waarbij sprake is van meer gelijkwaardigheid.
“Hiervóór was ik veel weg van huis, nu ben ik veel thuis. En het klinkt misschien raar hoor, maar kom er eigenlijk achter hoe leuk mijn ouders zijn. We praten nu gewoon veel meer en mijn moeder is soms echt wel grappig.”
Mbo-student, 19 jaar
De slechte thuissituatie
De spanningen die jongeren thuis ervaren, zijn niet enkel puberaal of leeftijdsgebonden. Sommige jongeren groeien op in een deprimerende, gewelddadige of onveilige thuissituatie. Thuiszitten tijdens de lockdown verergert hun toch al slechte thuissituatie. Escapes als school en vrienden bieden niet langer een tijdelijke uitweg. Zo waarschuwt de Kindertelefoon dat het aantal gesprekken over huiselijk geweld, ruzie en seksueel misbruik met 40% is gestegen.[4] Een scholier vertelde ons hoe de depressiviteit van zijn vader tijdens de lockdown alleen maar erger werd. Dit maakt hem angstig en hij weet niet goed wat hij moet doen. Ook docenten maken zich zorgen om wat er achter de voordeur gebeurt. Ze kunnen deze jongeren niet even in de ogen kijken of een praatje maken om te checken of alles goed gaat.
Van één mentorleerling weet ik dat het niet zo goed gaat tussen hem en zijn vader. Als hij op school is geeft het me een veilig gevoel. Dan kan ik hem wel redelijk zien en peilen hoe het met hem gaat. Nu had ik een onbehaaglijk gevoel. En dan app ik hem dat hij me altijd kan bellen als er iets is. Als ik niks hoor weet ik niet zo goed of ik moet ingrijpen. Hij antwoordt meestal heel kort “ik heb Nederlands af”.
Docent, school in Amsterdam
Kortom, niet alleen leeftijd speelt een rol bij hoe jongeren het vele thuiszitten tijdens Corona hebben ervaren. Ook de thuissituatie en de familiedynamieken spelen een belangrijke rol. Dit onderstreept Duyvendaks stelling dat andere mensen bepalend zijn voor of we ons op een plek thuis voelen of niet. Daarom is het zo belangrijk dat we kunnen kiezen met wie we wonen. Het is volgens hem problematisch als je je thuis niet thuis voelt. Mensen worden ongelukkig wanneer ze zich thuis onveilig, ongemakkelijk of somber voelen. En hoewel mensen creatief zijn en in staat om buitenshuis een thuisgevoel te krijgen, beperkten de coronamaatregelen ons in deze mogelijkheden. Hier zijn vooral jongeren, en met name die met een slechte thuissituatie, de dupe. Zij kiezen sowieso al niet met wie ze zichzelf in huis omringen, en dan vielen de afgelopen tijd ook escapes als vrienden en school weg.
Inmiddels is de maatschappij weer van het slot aan het gaan, en mogen bezoekjes aan school, sportclub en bijbaan en ontmoetingen met vrienden langzaamaan weer. Maar er zijn beslist ook nog activiteiten – concerten, festivals – die nog niet mogen, en waarvan het de komende tijd spannend blijft hoe snel de bewegingsruimte toeneemt. We hopen dan ook dat het huidige beleid voor alle jongeren, los van hun thuissituatie, nieuwe ademruimte geeft.
[1] Luister hier de hele podcast: https://decorrespondent.nl/11165/deze-is-voor-de-thuisblijvers/372006635-f0745c6d
[2] https://www.groene.nl/artikel/de-onttovering-van-thuis
[3] Zie het boek ‘Het puberende brein’ van Eveline Crone (nieuwe herziende druk, 2018).
[4] https://www.nu.nl/coronavirus/6041686/kindertelefoon-40-procent-meer-gesprekken-over-zorgelijke-thuissituatie.html