Jongeren zijn kop van Jut van tweede coronagolf: is dat terecht?

Yvonne van Sark
26 oktober 2020

Dit artikel is eerder geplaatst op het Parool

Jongeren zijn de kop van Jut van de tweede coronagolf. Ze krijgen de schuld van de vele besmettingen en hebben het meeste te lijden onder de gevolgen van de crisis. ‘Laten we begrip voor ze hebben.’

Werd de schuld van de eerste coronagolf nog wel eens afgeschoven op carnavalsvierders en après-skiënde wintersporters, de tweede golf wordt op het bordje van de jongeren geschoven. Volgens RIVM-baas Jaap van Dissel namen zij het virus na hun feestvakanties in Zuid-Frankrijk en Spanje mee terug naar Nederland, en verspreidden zij het hier verder.

Jongeren staan er de laatste weken sowieso weinig fraai op: vrijwel ieder weekend zijn er wel berichten van illegale feestjes die worden gehouden in parken, studentenhuizen of bedrijfspanden. Ze hebben lak aan de regels en vinden hun behoefte aan feesten belangrijker dan de volksgezondheid, zo is het beeld.

Maar hoe terecht is dit verwijt? Veel maatregelen om het coronavirus in te dammen raken jongeren hard: de clubs zijn gesloten, de kroegen sluiten om 22.00 uur, festivals zijn afgelast en het hoger onderwijs wordt al meer dan een half jaar grotendeels digitaal gegeven. Vrijdag nog demonstreerden studenten op het Museumplein voor meer fysieke colleges. Het is dus heus niet alleen feest- en drankzucht dat de jongeren drijft. Bovendien verliezen velen hun (bij)baantjes, omdat met name jongeren flexcontracten hebben.

Grote gevolgen
“Deze crisis raakt jongeren onevenredig hard: in economisch opzicht, wat betreft hun opleiding en natuurlijk sociaal,” zegt Yvonne van Sark van onderzoeks- en adviesbureau voor jongeren Youngworks. “We vragen heel veel van ze, terwijl de gevolgen van het virus voor hen relatief klein zijn. Om ze dan te verwijten dat ze niet moeten zeuren omdat er ergere dingen op de wereld zijn dan het missen van een festival, is oneerlijk. Het is begrijpelijk dat er verontwaardiging is als jongeren toch gaan feesten, maar het overgrote deel houdt zich wel aan de regels.”

Bovendien, zegt opvoedkundige en puberexpert Marina van der Wal, je kunt het jongeren niet kwalijk nemen dat ze zich niet volledig wegcijferen voor het algemeen belang, omdat ze dat simpelweg nooit hebben geleerd. “Al decennia voeden wij onze kinderen op met het idee dat ze alles kunnen worden wat ze willen, dat hun behoeften centraal staan en dat nare gevoelens vermeden moeten worden. Niet voor niets spreken we over de pampergeneratie. Dat is geen aanklacht tegen ouders, maar een droge constatering: kinderen van nu hebben nooit geleerd om te gaan met tegenslagen. Dan kunnen we nu ook niet heel veel opofferingsgezindheid van ze verwachten.”

Behoefte
Vorige maand pleitte het Nederlandse Jeugdinstituut, een kenniscentrum voor alles dat kinderen aangaat, nog voor specifiek coronabeleid voor de jeugd. ‘Heb oog voor kinderen en jongeren’, stond in de oproep aan het OMT die was ondertekend door tientallen beroepsverenigingen. Zo zouden kinderen altijd toegang moeten hebben tot fysiek onderwijs, sport en tot hulp als zij die nodig hebben, en leraren zouden voorrang moeten krijgen bij het testen. Dat laatste is inmiddels staande praktijk, en op middelbare scholen hoeven kinderen zich niet te houden aan de anderhalvemeterrichtlijn. Toch zullen jongeren de komende maanden geconfronteerd blijven worden met de gevolgen van de pandemie. Het uitzicht op clubs die open gaan of festivals die weer doorgang kunnen vinden is nog lang niet in zicht. Het noopt jongeren noodgedwongen tot een sobere levensstijl, die een stuk minder gezellig is dan ze gewend waren.

Dat jongeren willen samenkomen heeft te maken met hun biologische ontwikkeling: in de leeftijd tussen ruwweg 15 en 25 jaar oud is de behoefte aan sociaal contact groot. Meer dan in andere leeftijdsfases zijn jongeren gericht op anderen. Bovendien is langetermijndenken lastig voor pubers en jongvolwassenen: hun brein is gericht op het bevredigen van kortetermijnbehoeften.

Het is een lastig dilemma: enerzijds is het gedrag van jongeren cruciaal om de verspreiding van het coronavirus in te dammen, anderzijds kan er niet voorbij worden gegaan aan hun belangen. “Daarom is het belangrijk om te erkennen dat hun leed oprecht is. Dat moeten volwassenen niet wegwuiven,” zegt Van der Wal. Neem ze serieus, praat met ze, betrek ze erbij. En, zegt Van Sark, heb een beetje begrip. “We vragen als samenleving empathie van jongeren, dan is empathie naar hen toe het minste wat de samenleving terug kan doen.”