‘News finds me’: nieuwsconsumptie onder jongeren

Yvonne van Sark
31 maart 2025

Jongerenonderzoek onder de loep #12

In onze rubriek ‘Jongerenonderzoek onder de loep’ licht Youngworks regelmatig een actueel onderzoek over jongeren uit. Voortdurend verschijnen er namelijk interessante rapporten die ons meer leren over jongeren. We vatten de belangrijkste uitkomsten en inzichten voor je samen, en vragen drie mensen om te reageren op de resultaten: een wetenschapper, een professional uit de praktijk én een jongere zelf.

In deze editie zoomen we in op het onderzoek ‘Jongeren, nieuws en sociale media. Een blik op de toekomst van het nieuws’ van het Commissariaat voor de Media. We spraken hierover met Karin Schut (projectleider van het onderzoek), Nicolette van Dijkum (van Nieuws in de klas) en Yessin (student, 21 jaar).

Het onderzoek in het kort

In 2024 heeft het Commissariaat voor de Media het onderzoek ‘Jongeren, nieuws en sociale media. Een blik op de toekomst van het nieuws’gepubliceerd. In dit grootschalige onderzoek onder ruim 2.000 jongeren is onderzocht hoe het ervoor staat met de nieuws- en sociale mediagewoontes van jongeren: hoe consumeren en checken zij nieuws? Welke rol spelen sociale media hierin? En hoe gaan de traditionele journalistieke media hierin mee? Op basis van al deze gegevens heeft het Commissariaat conclusies getrokken en aanbevelingen voor de toekomst van journalistiek geformuleerd.

Hoe is dit onderzocht?

Het onderzoek bestond uit drie verschillende onderzoeksmethodes. In februari en maart 2024 hebben ruim 2.000 jongeren (16-24 jaar) en bijna 500 volwassenen (40-65) een online vragenlijst ingevuld. Door de vragenlijst aan zowel jongeren als aan volwassenen voor te leggen, konden de onderzoekers vergelijkingen maken tussen deze twee generaties in hun nieuws- en mediagewoontes. In de steekproef is rekening gehouden met een representatieve verdeling van geslacht, leeftijd, opleiding en migratieachtergrond, zodat resultaten ook uitgesplitst kunnen worden op deze kenmerken.

Daarnaast is er online een analyse gemaakt van de socialemediaplatformen en kanalen daarbinnen die jongeren gebruiken voor nieuws. Hierbij is gekeken naar omvang en profiel van de groepen volgers van traditionele nieuwsorganisaties en andere initiatieven waar jongeren nieuws vandaan halen.

Vervolgens spraken de onderzoekers met verschillende nieuwsmakers van traditionele nieuwsorganisaties. In deze gesprekken lag de focus op hoe de verschillende organisaties rekening houden met jongeren en de rol van sociale media in hun nieuwsvoorziening.

Wat zijn opvallende uitkomsten?

1. De meeste jongeren hebben een basisvertrouwen in nieuws.

Hoewel er vaak gesproken wordt over een ‘vertrouwenscrisis’ in de Nederlandse journalistiek, heeft 94% van de jongeren in de basis een houding van vertrouwen tegenover het nieuws. Belangrijk om te noemen is dat hierin wel onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende houdingen van vertrouwen: zo’n 40% van de jongeren geeft aan het nieuws normaal gesproken wel te vertrouwen (waarbij foutjes af en toe volgens hen begrijpelijk zijn, zo lang ze maar hersteld worden). Ongeveer een kwart van de jongeren (24%) herkende zich het meest in de uitspraak “Ik neem nooit zomaar aan dat het nieuws waar en betrouwbaar is. Dus als een bericht echt belangrijk is, dan check ik het altijd even bij een andere nieuwsorganisatie.”. Hoewel we zien dat deze laatste groep een stuk kritischer is, is er bij de meeste jongeren sprake van een basis van vertrouwen. Slechts 6% van de jongeren zegt het nieuws niet meer te vertrouwen en zoekt vooral informatie op alternatieve sites. Onder jongeren die alleen nieuws op sociale media tegenkomen en geen journalistieke bronnen tegenkomen of gebruiken, ligt het percentage met een wantrouwende basishouding veel hoger.

Een belangrijke kanttekening die hierbij gemaakt moet worden, is dat er veel verschillen zijn tussen jongeren onderling: jongeren met een praktische opleiding (vmbo basis/kader of mbo) en bi-culturele jongeren* lijken namelijk minder vertrouwen te hebben. Zo heeft 26% van de bi-culturele jongeren een vertrouwende basishouding, tegenover 43% van de Nederlandse jongeren. Onder praktisch opgeleiden ligt dit percentage op 34%.

*In het onderzoek is gevraagd of jongeren hun achtergrond als bi-cultureel ervaren. Er is dus niet gekeken naar de officiële CBS-definitie van een migratieachtergrond. Ook een jongere met een vierde generatie migratieachtergrond kan zich bi-cultureel voelen.

2. Jongeren checken nieuws op betrouwbaarheid en zoeken verdieping maar gebruiken hiervoor veelal zoekmachines (…en dat kan problematisch zijn).

Niet alleen hebben veel jongeren een basisvertrouwen in nieuws; bijna alle jongeren controleren een nieuwsitem ook weleens op betrouwbaarheid: minder dan 1% van de jongeren (!) geeft aan dit nooit te doen. Deze betrouwbaarheidscheck gebeurt op verschillende manieren: kijken of het nieuws er betrouwbaar uitziet, checken of de afzender bekend is of nadenken over hoe betrouwbaar de organisatie is die het bericht post. Ook hier zien we, interessant genoeg, verschillen tussen praktisch en theoretisch opgeleide jongeren. Jongeren die theoretisch opgeleid zijn, maken vaker gebruik van tactieken gebaseerd op hun eigen kennis of de reputatie van de afzender, terwijl de andere groep vaker de comments checkt bij een bericht.

Daarnaast is er nog een andere veelgebruikte manier om nieuws te checken: het gebruik van Google of andere zoekmachines. Hoewel zoekmachines natuurlijk kunnen doorverwijzen naar journalistieke bronnen, is dit niet per definitie zo. Google en andere zoekmachines hebben zo een sleutelpositie om jongeren en andere gebruikers door te verwijzen naar informatie. Dit kan zorgelijk zijn, omdat bedrijven als Google of Bing primair een winstoogmerk hebben en mogelijk kunnen sturen in content die jongeren te zien krijgen.

 3. De nieuwsinteresse bij jongeren ligt hoger als het geschreven is vanuit een jongereninvalshoek.

Hoewel jongeren minder interesse hebben in conventioneel nieuws (zoals politiek en economisch nieuws) dan volwassenen, wordt dit verschil een stuk kleiner zodra er gekozen wordt voor een invalshoek die voor jongeren interessant is. Denk bijvoorbeeld aan een artikel over het verhogen van het minimumjeugdloon, of discriminatie van een stagiaire die een hoofddoek draagt. Zo was 30% van de jongeren geïnteresseerd in algemene conventionele nieuwsberichten, tegenover 39% bij een jongereninvalshoek. Wat hier interessant is, is dat op deze manier niet alleen meer, maar ook andere jongeren getrokken worden: ongeveer één op de vijf jongeren die aangeeft niet in conventionele nieuwsartikelen geïnteresseerd te zijn, wil wel verder lezen als er een jongereninvalshoek in het artikel zit. Een ander opvallend resultaat: light nieuws (populair ander nieuws over bijvoorbeeld bekende mensen) is veel minder populair onder jongeren dan de conventionele nieuwsitems, zowel met als zonder jongereninvalshoek. Misschien denk je dat jongeren meer interesse hebben in clickbait-artikelen en populair nieuws; dit onderzoek laat zien dat dit helemaal niet het geval is. Jongeren zijn wel degelijk geïnteresseerd in nieuws over grote actuele, onderwerpen. En deze interesse neemt toe naarmate jongeren ouder worden, tot een jaar of twintig. Ook onder theoretisch opgeleiden is de interesse in conventioneel nieuws sterker dan onder praktisch opgeleiden.

 4. ‘News finds me’: jongeren zoeken niet naar nieuws maar verwachten dat het naar ze toekomt (op sociale media).

Waar oudere generaties volop nieuwsrituelen kennen (de papieren krant die op de deurmat valt, ’s avonds vaste prik het achtuurjournaal kijken), zijn jongeren gewend dat het nieuws vanzelf wel langskomt… op hun tijdlijn. Zo geeft 86% van de jongeren aan dat als ze nieuws tegenkomen op social media, dit vaak toevallig langskomt. Deze verwachting dat nieuws toch wel naar hen toekomt, wordt ook wel het ‘news-finds-me-principe’ genoemd.  Zo’n 78% van de jongeren geeft aan dat sociale media een bron zijn om op de hoogte te blijven van nieuws; het percentage dat nieuwswebsites, apps, tv-journaals of kranten volgt ligt beduidend lager. Enerzijds is dit natuurlijk een positief gegeven, op deze manier komen mogelijk meer jongeren in aanraking met nieuws. Anderzijds zijn het de algoritmes die bepalen of nieuws bij jongeren terechtkomt, en deze zijn vaak gebaseerd op eerdere activiteit op sociale media.

Het nieuws dat jongeren tegenkomen, komt verder niet alleen maar van journalistieke bronnen. Publieke omroep-initiatieven zoals #BOOS en de Avondshow van Arjen Lubach zijn merken waar ongeveer de helft van de jongeren bekend mee is. Daarnaast zijn er ook socialmediakanalen als CestMocro en RapnieuwsTV. Respectievelijk een kwart en een vijfde van de jongeren gaf aan deze merken te kennen en tegen te komen op sociale media. Opvallend is dat voor de laatste twee (CestMocro en RapnieuwsTV), de betrouwbaarheidscijfers een stuk lager liggen dan bij de andere initiatieven. Voor praktisch opgeleide en bi-culturele jongeren zijn deze percentages wel weer hoger.

5. Traditionele journalistieke organisaties zien in dat ze jongeren moeilijk bereiken, maar oplossingen zijn nog ver weg.

Het bereiken van jongeren blijft lastig voor journalistieke organisaties. In alle gesprekken met nieuwsmakers kwam naar voren dat zij hier zich ook bewust van zijn: verschillende redacties hebben initiatieven opgezet voor jongeren of proberen meer aanwezig te zijn op sociale media. Hoewel dit een goede start is om meer de verbinding te zoeken met jongeren, kost dit ook tijd en geld. En dat is een lastig punt: hoewel veel jongeren sociale media gebruiken voor nieuwsvoorziening, ligt hier voor nieuwsorganisaties geen verdienmodel. Veel organisaties kunnen er niet eindeloos in investeren om iets op te bouwen. En dat is precies de crux, want jonge volgers opbouwen kost tijd, en de mogelijkheid tot experimenteren.

Toch is één organisatie wel succesvol in het betrekken van jongeren bij nieuws: NOS. Met de platformen NOS Stories en NOS op 3 heeft de NOS een enorm bereik onder jongeren weten te creëren. Het onderzoek maakt inzichtelijk hoe groot deze succesformules werkelijk zijn: het grootste deel van de jongeren – 90% – komt professioneel gemaakte journalistiek tegen op sociale media. Zodra we de NOS niet meerekenen, daalt dit percentage meer dan de helft, naar 43%.

Meer lezen over het onderzoek?

Download hier het complete onderzoeksrapport of bekijk de samenvatting.

In gesprek met Karin Schut, projectleider van het onderzoek

Wat vormde de aanleiding voor dit onderzoek?
Het Commissariaat houdt als onafhankelijke organisatie toezicht op naleving van de Mediawet, en doet onderzoek naar media- of nieuwsgebruik en het medialandschap. Robuuste nieuwsvoorziening is een van de hoofdthema’s van het Commissariaat. Onderzoeken naar nieuwsgebruik lieten al een tijdje zien dat sociale media voor een grote groep – en met name jongeren – de belangrijkste bron voor nieuws zijn. Daar wilden we meer van weten.

De omvang en impact van deze ontwikkeling zie je pas als je er langer induikt. Jongeren zitten namelijk in hun formatieve fase als het gaat om mediagedrag; in die periode ontwikkel je routines die je je hele leven met je meedraagt. Dit is de eerste generatie die echt opgroeit met sociale media, en daarom leert dit onderzoek ons veel over het nieuwsgebruik en het medialandschap van de toekomst.

Hoe hebben jullie het onderzoek aangepakt?
We hebben veel tijd besteed aan de voorbereiding om tot de beste aanpak te komen, onder andere door de samenwerking met Irene Costera Meijer (emeritus hoogleraar journalistiek aan de VU). We spraken ook met ongeveer negentig jongeren over onze vragenlijst in de pre-testfase. Jongeren spreken echt een andere taal. Zo vermeden we in de vragenlijst bewust de term nieuws. Dan denken veel jongeren gelijk: dat gaat over de grote wereld en niet per se over mij. Dus vroegen we: ‘Hoe blijf je op de hoogte van wat er speelt in de wereld?’ in plaats van ‘Hoe blijf je op de hoogte van het nieuws’?

Jullie vroegen ook of jongeren zich bi-cultureel voelen. Kun je dat toelichten?
Volgens de CBS-definitie heb je een migratieachtergrond als jijzelf of je ouders in het buitenland geboren zijn. Maar dat zegt niets over hoe je je vóelt. Je kunt derde of vierde generatie zijn en je bi-cultureel voelen, of omgekeerd: eerste generatie zijn en je heel Nederlands voelen. Omdat dit gevoel van identiteit zo belangrijk is voor het thema dat we onderzochten, hebben we voor deze aanpak gekozen.

Jongeren met een praktische opleiding en bi-culturele jongeren blijken meer wantrouwend te zijn tegenover nieuws. Waar zou dit door kunnen komen?
Je moet jezelf kunnen herkennen in nieuws: gaat het over jou? Voel je je gerepresenteerd? Jongeren met een migratieachtergrond en jongeren met een praktische opleiding ervaren soms weliswaar dat nieuws over hen gaat, maar dat het een kant laat zien die zij niet per se herkennen. Wat ook meespeelt: soms weet je over een specifiek thema meer dan de journalist. Dat werkt negatief door.

Is het een probleem of juist iets goeds dat veel jongeren nieuws tot zich krijgen via sociale media?
Er liggen veel kansen, maar ook uitdagingen. Veel jongeren zien nieuws via social media, maar in het geheel is nieuwsgebruik onder jongeren veel lager dan bij volwassenen. En via sociale media komen ze ook in contact met veel ongefilterde en ongecontroleerde berichtgeving waar geen professionele journalistiek aan ten grondslag ligt.

Sommige nieuwsorganisaties – zoals NOS – weten jongeren goed te bereiken. Zij hebben structureel op jongeren ingezet. NOS Stories heeft een apart redactieteam dat heel goed is in nieuws zo presenteren dat het jongeren interesseert. Maar heel veel jongeren zien alleen NOS Stories, terwijl pluriformiteit en diversiteit ook belangrijk zijn.

En waar NOS de opdracht heeft om nieuws te maken voor iedereen, worstelen andere nieuwsorganisaties met het feit dat ze ook inkomsten moeten genereren. De vraag is dan al snel: wanneer gaat iemand betalen voor nieuws?

Hoe kunnen we de toekomst van nieuws voor jongeren verbeteren?
Belangrijk is dat nieuwsmerken een aanpak gericht op jongeren, of liever – de nieuwsgebruiker van de toekomst -ontwikkelen. Er is nu geen alternatief dan het ook op sociale media te proberen. Creëer een band met jongeren en doe ervaring op in de jongerenaanpak. Zet niet al het nieuws door maar maak keuzes: dit raakt jongeren en hier gaan we aandacht aan besteden.

Verder moeten we meer grip krijgen op de sociale platforms. Want partijen als Meta bepalen nu in feite wat veel jongeren daar te zien krijgen. Het is echt belangrijk dat beleidsmakers – Europees en lokaal – daarmee aan de slag gaan.

In gesprek met Nicolette van Dijkum, Manager Nieuws in de klas

Kun je kort iets vertellen over de doelstelling van Nieuws in de klas en jullie activiteiten?

Foto door Liv van der Ham

Nieuws in de klas is het educatieplatform van NDP Nieuwsmedia, de brancheorganisatie van private nieuwsuitgevers in Nederland. Onze doelstelling is om leerlingen kennis te laten maken met kwaliteitsjournalistiek. Wij willen jongeren zo vroeg mogelijk interesseren voor het belang van goede journalistiek, en laten zien waar je die journalistiek kunt vinden.

Oorspronkelijk boden we docenten gratis titels aan voor in de klas, begeleid met bijpassend lesmateriaal. Inmiddels bieden we ook online events aan en hebben we onze activiteiten stevig uitgebreid: een schrijfwedstrijd, waarbij inzendingen ook echt in de krant terechtkomen; ‘Journalist in de klas’, waarbij journalisten van onze leden én de publieke omroepen langsgaan bij scholen; en een game.

Waarom is het belangrijk om kinderen en jongeren te stimuleren om nieuws te volgen en te interpreteren?
Om te beginnen vinden we dat jongeren afgewogen en betrouwbare informatie verdienen. Als je als jongere probeert grip te krijgen op de complexe wereld om je heen, helpt het als je weet dat er bronnen zijn waar je van op aan kunt. Als je journalistieke methodes leert kennen, kun je het kaf van het koren scheiden. Je kunt niet vroeg genoeg leren dat een vrije pers onderdeel is van een vitale democratie. Kijk maar naar wat er nu gebeurt in de VS, waar de vrije pers enorm onder druk staat.

Wat vond je van de uitkomsten van het onderzoek ‘Jongeren, nieuws en sociale media’?
Wat ons opviel is dat jongeren de journalistiek meer vertrouwen dan je misschien zou denken; zo’n 94% vertrouwt het nieuws. Dat is ronduit hoopgevend, zeker in een tijd van influencers en nepnieuws. Dat is echter geen reden om er maar op te vertrouwen dat dat zo blijft. Want in de aandachtseconomie wordt er gevochten om de aandacht van jongeren, vooral via social media. Dat realiseren we ons terdege en het motiveert ons om te kijken hoe we de jongerendoelgroep nog beter kunnen bereiken. Wij proberen vooral te laten zien dat journalistiek mensenwerk is, een vak met veel ethische regels, zoals hoor en wederhoor. Maar ook een mooi en spannend vak!

Merkt jullie organisatie een verschil in nieuwsgebruik tussen jongeren zeg 10 of 15 jaar geleden en nu?
Het is een open deur, maar de mobiele telefoon en social media hebben alles veranderd. Iedereen heeft zijn eigen gepersonaliseerde ‘feed’, waarin iedere jongere zijn eigen blik op de wereld gepresenteerd krijgt. Gelukkig zijn nieuwsmerken nog steeds goed bekend bij jongeren en weten ze waar ze betrouwbare informatie vandaan kunnen halen. In een tijd met algoritmes die vooral ophef stimuleren zwem je wel veel sneller in een bepaalde fuik. En influencers had je vroeger niet. Die kunnen heel bepalend zijn voor hoe jongeren naar de wereld kijken. Veel jongeren hechten waarde aan rolmodellen die het nieuws op een bepaalde manier interpreteren. Goed weten hoe journalistiek werkt helpt dan natuurlijk.

Het rapport belicht het ’News finds me’-principe. In hoeverre is dat een nieuw fenomeen? Is het niet van alle tijden dat jongeren minder met nieuws bezig zijn?
Onze indruk is niet dat jongeren minder met nieuws bezig zijn. Sterker nog, door alle informatie die jongeren kunnen opzoeken is hun blik op de wereld enorm verbreed. Dat het Commissariaat de aanbeveling doet om kwaliteitsnieuws voor jongeren prominenter zichtbaar te maken in hun social media feeds is een interessante gedachte. Het zal niet eenvoudig zijn zoiets te realiseren, want Big Tech zit waarschijnlijk niet te wachten op ingrepen in hun algoritmes. En wie bepaalt wat verantwoord nieuws is? Toch kun je je bij jongeren voorstellen dat de zichtbaarheid van kwaliteitsjournalistiek helpt om een genuanceerder beeld van de wereld weer te geven. We denken graag mee hoe je zo’n aanbeveling praktisch handen en voeten geeft.

Hoe denk jij dat journalistieke organisaties jongeren beter zouden kunnen bereiken?
Zoals het Commissariaat ook constateert doet vooral de NOS het heel goed. Vanuit hun publieke taakopvatting is het ook goed te begrijpen dat daarop wordt ingezet. Private nieuwsbedrijven worden opgeroepen om ook zichtbaarder te worden op social media. Onze leden zijn daar ook mee bezig, waarbij wel moet worden aangemerkt dat het voor private partijen wel complexer is om al hun content op social media te zetten. Het zijn dan namelijk de Big Tech bedrijven die er geld aan verdienen, terwijl betalende abonnees zich afvragen waarom ze nog betalen voor content die ze ook ‘gratis’ kunnen krijgen. Dat is geen eenvoudige puzzel. Wij vanuit Nieuws in de klas werken er met onze leden hard aan om jongeren aangesloten te houden.

Wat kunnen opvoeders als docenten en ouders doen om jongeren te stimuleren nieuws te volgen?
Misschien een open deur: praat met je kinderen over nieuws. Vraag door waar ze het vandaan hebben, laat zien waar je zelf je nieuws vandaan hebt, discussieer over hoe je aankijkt tegen de wereld. Dan komt de interesse in nieuws vanzelf. En op onze site kun je natuurlijk altijd terecht voor inspiratie!

In gesprek met Yessin, 21 jaar, student Creative Business

In wat voor nieuwsonderwerpen ben je geïnteresseerd?
Als ik op een nieuwssite kijk, dan selecteer ik eerder een onderwerp als onderwijs of zoek ik andere onderwerpen die gericht zijn op jongvolwassenen. Relevantie is voor mij heel belangrijk, anders kijk ik er niet naar. Zodra het impact op mij heeft, ben ik heel erg geïnteresseerd. Als dat niet zo is, ligt mijn interesse een stuk lager. Ik probeer mezelf wel te pushen om een langere spanningsboog te hebben: al wil ik eigenlijk wegklikken, probeer ik te blijven kijken omdat er misschien nog iets naar voren komt wat me aanspreekt.

Hoe volg jij het nieuws?
Voorheen deed ik dat alleen via sociale media. Tegenwoordig word ik door mijn studie gemotiveerd om nieuwsapps te lezen, dus dat probeer ik ook te doen. Maar uiteindelijk hou ik het wel vooral bij sociale media; daar volg ik dan NOS Stories. Op TikTok komen er soms ook video’s van bijvoorbeeld NOS langs. Dan vraag ik me altijd af hoe dat daar terechtkomt, maar vaak kijk ik het dan wel meteen. Op TikTok richten ze de nieuwsvideo’s echt heel erg op jongeren. Ik heb het idee dat ze op sociale media hele inclusieve taal gebruiken, waardoor jongeren makkelijk kunnen begrijpen wat er zich afspeelt. Op nieuwspagina’s is het vaak wat pittiger Nederlands. Soms kijk ik, als ik een artikel op een nieuwspagina zie, of ik het kan terugvinden op Instagram. Zo voorkom ik dat ik termen tegenkom die ik niet begrijp en moet googelen. Ik heb dan de voorkeur voor een video die me in 2 minuten vertelt wat er in een lang artikel staat.

In hoeverre vind jij het belangrijk om het nieuws te volgen?
Ik vind het heel belangrijk omdat het nieuws je bewust maakt van wat er gebeurt in de wereld en vooral ook in Nederland zelf. Ik denk dat het belangrijk is dat je dagelijks nieuws consumeert, het bijhoudt en leest. Het hoeft niet veel te zijn; al kijk je op de homepage en lees je niet het volledige artikel. Je krijgt al wel een deel mee en bent in het algemeen op de hoogte van wat er gebeurt. Ik creëer ook dagelijks een moment om nieuwssites te lezen en daarnaast kom ik vaak op sociale media nieuws tegen.

Hoe check jij nieuws op betrouwbaarheid?
Wat ik altijd doe is nieuws lezen van bekende nieuwsorganisaties als de NOS. Als ik ergens anders nieuws lees, dan kijk ik meestal wat voor organisatie het is. Heeft het bijvoorbeeld een controversiële geschiedenis? Ik lees geen nieuws van een willekeurige pagina die zogenaamde artikelen plaatst. Daarnaast kijk ik of er soortgelijke nieuwsartikelen zijn op andere nieuwspagina’s. Als ik nieuws check, kijk ik ook altijd welke bronnen ze gebruiken. Bij een citaat zoek ik op wie die persoon of organisatie is en of wat ze zeggen klopt. Als ik een vraagteken heb, zoek ik het op.

Wat denk jij dat traditionele media kunnen doen om meer jongeren te betrekken?
Bij kranten heb ik het idee dat ze zich heel erg richten op ouderen. Ik heb niet het idee dat jongeren kranten gaan lezen. Voor andere traditionele nieuwsmedia zou ik benadrukken dat inclusief taalgebruik belangrijk is. Daar bereik je ook mensen mee die de taal nog niet goed beheersen. En verder: richt je veel meer op sociale media. Zorg dat dat in orde is, dat het er goed uitziet, dan kun je je makkelijker richten op jongeren. Sociale media zijn heel erg de tijd van nu, ik denk dat je de meeste verandering kan maken door middel van sociale media.