Opgroeien in Corona-tijd: suboptimale keuzes

Yvonne van Sark
21 september 2020

OPINIE

Corona raakt ons allemaal. Iedereen heeft de afgelopen maanden wel eens offers gebracht en plannen bijgesteld. Dus zijn er ook mensen die over de sores van jongeren zeggen: Is dat zo erg, hebben jongeren het nou echt zo zwaar? Maar tegen jongeren zeggen dat ze niet moeten zeuren, is een onproductieve benadering. Om jongeren mee te krijgen in beleid – en de besmettingscijfers tonen hoe belangrijk dat is – kun je maar beter wat extra begrip tonen.

 Jong zijn: we noemen het wel de tijd van je leven. De tijd waarin je steeds meer eigen keuzes maakt en je identiteit bepaalt, de tijd waarin je nieuwe ervaringen opdoet en nieuwe mensen ontmoet.
Maar jongeren die nu opgroeien in Corona-tijd lopen ineens tegen hindernissen aan: een stage die niet doorgaat, een tussenjaar dat in het water valt, een werkgever die niet over de brug komt, een bijbaantje dat abrupt stopt…. In deze cruciale fase van hun leven moeten veel jongeren hun plannen bijstellen, van Plan A naar Plan B of C. Voor deze generatie die opgroeide met het idee dat alles in het leven maakbaar is, de generatie Zelf, is dat vaak een enorme teleurstelling.

Onderwijs is vaak de vluchtheuvel
Wat voor uitwerkingen zien we op jongeren en de keuzes die ze maken, nu het Covid-virus inmiddels een half jaar rondwaart in Nederland?
Meer jongeren kiezen ‘dan maar’ voor een opleiding. In plaats van een tussenjaar toch al beginnen aan een bachelor. Doorstromen naar een vervolgopleiding of een mbo-opleiding op een hoger niveau. Toch nog die master doen, of je studievertraging accepteren en het afstuderen nog even uitstellen. Het aantal inschrijvingen in het hbo steeg met 6,7% (Bron: Vereniging Hogescholen), bij universiteiten met 7,3% (bron VSNU). In het mbo maakte men zich in mei al druk over een tekort aan stageplekken.
Vermoedelijk is dit nu voor veel jongeren een verstandige keuze. Maar al die suboptimale keuzes zorgen ook voor nieuwe uitdagingen, voor henzelf en voor de onderwijsinstellingen. Hoe houd je studenten gemotiveerd als ze eigenlijk iets anders hadden willen doen? Daar waar het onderwijs sowieso al met allerlei extra hordes te maken heeft: geen fysieke introductie, veel online les, moeilijker een stage kunnen vinden. Grote kans dat de uitval dit jaar hoger uit gaat pakken dan in voorgaande jaren.

Carel Stolker, rector magnificus van de Universiteit Leiden, noemde de groep eerstejaars studenten de ‘genaaide generatie’ (Bron: NRC). Hun eindexamentijd was al een anti-climax, en dan begint je nieuwe opleiding ook in aangepaste omstandigheden.
Natuurlijk roert die generatie zich ook. 52.360 studenten tekenden al de petitie voor verlaging van het collegegeld. Zie hier. Hun argumenten? Door uitval van colleges en afwezigheid van docenten kunnen we de lesstof minder goed begrijpen. En dan zijn faciliteiten als de bibliotheken ook nog eens gesloten, waardoor we ons moeilijker kunnen concentreren.

“Dit is het eerste jaar van mijn studentenleven. Dat is eigenlijk gewoon het leukst, dat wordt ons nu dan wel ontnomen, dus dat is echt zonde. Met elk jaar word je toch minder actief. Daar baal ik wel van.” – Sjoerd (hbo-student, 19 jaar)

Meer sociaal isolement
Niet alleen de bibliotheken waren dicht; het hele sociale leven is flink veranderd: concerten en festivals die niet doorgaan, verjaardagen die niet of in veel kleinere schaal worden gevierd, het nachtleven dat op slot zit. Er is simpelweg minder gelegenheid om andere mensen te ontmoeten.
Een kleine troost daarbij is misschien dat veel jongeren al dat uitgaan momenteel toch niet zouden kunnen betalen. Jongeren zijn financieel geraakt, doordat inkomsten uit bijbaantjes en flexbanen terugvallen en doordat ze moeilijker een baan kunnen vinden. Al in april signaleerde het Nibud dat eenderde van de jongeren het met minder geld moet doen. In veel gevallen nog een reden om de plannen bij te stellen.

“Ik wil later een tussenjaar doen, en dan gaan reizen, nu al heel veel zin in. Wil heel graag de wereld gaan zien, in het buitenland wonen. Bang dat dat anders gaat worden, dat reizen misschien niet meer mag…”  Luna (vwo’er, 16 jaar)

Minder leuk
Het leven is al met al een stuk saaier en stressvoller geworden en dat breekt juist jongeren op, zo blijkt uit cijfers van het EenVandaag-panel van begin september. Driekwart van de jongeren (16-33 jaar) zegt last te hebben gehad van mentale klachten, van piekeren of prikkelbaar zijn tot depressies. Bij andere leeftijdsgroepen ligt dit percentage lager, rond de 60%.
Dat jongeren sowieso veel stress en mentale problemen ervaren, bleek al in het pre-Corona-tijdperk. Het RIVM bracht vorig voorjaar een overzichtsstudie van jongeren & stress. Gevolgd door een advies van de SER een jaar geleden, waarin de SER eveneens aandacht vroeg voor het grote deel jongeren dat kampt met mentale problemen. Of sla anders het manifest van Coalitie Y er eens op na.

“Ik merk bij de mensen om me heen dat ze het pittig vinden om nu veel met zichzelf bezig te zijn. Je voelt je goed als je bezig bent, aan school of werk. Dus dat vinden mensen wel lastig. Ik heb dat ook wel een beetje natuurlijk.” Shayn (wo-student, 23 jaar)

Even de rug recht houden…?
De 94-jarige Jan Hoek sprak in augustus de jeugd toe: ‘Probeer nou nog een klein jaar de rug recht te houden,’ schreef hij. Dan kun je daarna weer van je leven genieten. Hij was zelf 15 toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Zijn brief resoneerde enorm (zie bv hier). Hij kreeg veel reacties van jongeren, die vroegen om meer empathie voor hun situatie. Waar anderen weer overheen vielen: Hoe kun je oorlogservaringen vergelijken met het missen van je eindexamengala? De kakofonie die we zo goed kennen in de wereld van social media barstte los.
Maar om jongeren te bereiken is deze al bij al discussie enorm onproductief. Leed is niet te vergelijken. En veel jongeren beleven nu teleurstellingen, groot en klein. Voor Generatie Z, die opgroeide met het vertrouwen dat geluk maakbaar is, is dat best een hard gelag.

Als je iets van jongeren wil – als ouder, docent, als BOA of als buurvrouw –  kun je maar beter wat extra begrip tonen voor wat jongeren nu doormaken en echt het gesprek aangaan.
Misschien kun je wat eigen levenservaringen inbrengen, maar het belangrijkste is wel te luisteren naar hun beleving van deze tijd en hun persoonlijke situatie. Daar komt iedereen uiteindelijk verder mee.