cases

Levendig, relevant en herkenbaar: Jongeren over kansen voor LOB

De toekomst is een hot topic in gesprekken met kinderen en jongeren. En dat is niet zo gek, want in Nederland maken jongeren al op jonge leeftijd belangrijke keuzes over leren en werken in hun toekomst.[1] Om jongeren goed te helpen bij het maken van die keuzes, is binnen het onderwijs de afgelopen tien jaar flink geïnvesteerd in loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Voor het Expertisepunt LOB onderzocht Youngworks hoe jongeren zelf LOB ervaren. We gingen met 32 jongeren uit het voortgezet onderwijs, mbo en hbo om de ‘online’ tafel.

De vraag
Veel jongeren vinden het lastig om weloverwogen keuzes te maken over hun toekomst, en zijn geneigd om keuzes uit te stellen.[2] Hierdoor is de kans groter dat ze de verkeerde studiekeuze maken, met een kelderende motivatie en vroegtijdig uitval als gevolg.[3] Uit gesprekken die wij als onderzoekers van Youngworks met jongeren voeren, blijkt telkens weer hoe spannend deze keuzes zijn. Ze worden door jongeren vaak als stressvol ervaren: “Want wat als ik de verkeerde keuze maak? Moet ik dan voor altijd iets doen wat ik niet leuk vind?”

Daarom is het zo belangrijk dat jongeren op school begeleid worden in het maken van keuzes voor een profiel/sector, niveau, richting en vervolgopleiding. Expertisepunt LOB ondersteunt onderwijsinstellingen hierbij. Het aanbod op scholen varieert: coachinggesprekken, stages, praktijkopdrachten, reflectieopdrachten, studiekeuzetesten, oudergesprekken en peer-educatie. Het Expertisepunt legde ons voor: Hoe ervaren jongeren LOB nu? En welke verbeterpunten zien zij?

Onze aanpak
Via Zoom voerden we gesprekken met jongerenduo’s over hun ervaringen in het onderwijs. Ze schreven de belangrijkste do’s en don’ts op digitale post-its. In dit artikel delen we de drie belangrijkste uitkomsten en kansen voor LOB die jongeren zien.

LOB: What’s in a name?
Opvallend is dat een groot deel van de middelbare scholieren geen flauw idee heeft wat LOB is. Met name op havo en vwo is LOB een onbekend begrip. Dit kan samenhangen met het feit dat LOB op deze niveaus, in tegenstelling tot op het vmbo, niet wettelijk verplicht is.

“LOB? Dat is iets met lichamelijke opvoeding toch? Iets met gym?”

James, havo

Na toelichting van het begrip zijn jongeren zich wel bewust van de verschillende LOB-activiteiten die zij binnen het onderwijs krijgen aangeboden. Ze zijn niet onverdeeld positief; jongeren delen succesverhalen, maar zijn soms ook ongezouten kritisch. Op basis van hun ervaringen zien we drie belangrijke kansen om LOB beter te laten aansluiten op de behoeften van jongeren: maak LOB levendig, relevant en herkenbaar.

1. Levendige LOB
Jongeren vinden LOB nu te vaak saai en statisch. Ze zijn negatief over de – in hun ogen – eindeloze studiekeuzevragenlijsten en langdradige reflectieopdrachten.

“We moesten vorig jaar superveel reflectieopdrachten doen. En geen korte stukjes, écht láng. En toen moesten we óók nog een brief aan onszelf schrijven. Dat heeft mijn moeder toen voor me gedaan.”

Nordin, hbo

 Jongeren willen hun toekomst vooral ontdekken door dóen, meemaken, praten en vragen stellen. Ze hebben een sterke behoefte aan praktijkervaringen in de vorm van stages of praktijkgerichte opdrachten. En voor een goed advies gaan ze het liefst in gesprek met iemand die kennis van zaken heeft. Bijvoorbeeld met alumni die al verder zijn in het onderwijs, een docent, mentor of coach. Minder enthousiast zijn jongeren over LOB-opdrachten waarbij ze met medeleerlingen hun toekomstplannen moeten bespreken. Want wat kunnen ze nou van hun leeftijdsgenoten leren? Verder valt of staat de tevredenheid over de begeleiding van mentoren en docenten bij de hoeveelheid en de aard van het contact. En deze behoefte verschilt sterk per jongere. Waar de ene jongere graag veel en op structurele basis praat over keuzes en de toekomst, is de ander gebaat bij contact op ‘oproepbasis’.

“O nee, ik wil niet steeds met mijn mentor praten hoor. Ik weet toch al wat ik wil kiezen. Ik ga alleen naar hem toe als ik een vraag heb.”

Lindsey, vmbo

“Ik wil gewoon het liefst af en toe even praten met mijn mentor. Aan één gesprek heb ik niet genoeg. Wat je aan het begin van het jaar wil, is veranderd aan het einde van het jaar door wat je meemaakt tijdens een stage of open dag”

Sherina, vmbo

2. Relevante LOB
Jongeren missen vaak een concreet beeld van de mogelijkheden in de fase na hun huidige onderwijs. Zo vertelden studenten in het mbo en hbo dat ze binnen hun opleiding onvoldoende beeld krijgen van hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt, van veranderende beroepen en wat dit van hen vraagt. Wanneer de opleiding hier wel aandacht aan besteedt, zijn studenten vooral kritisch: het zijn vaak de voor de hand liggende beroepen die worden uitgelicht.

“Bij mijn opleiding geven ze alleen praktijkvoorbeelden die heel erg standaard zijn. Het gaat altijd over de tandarts. Terwijl ik met mijn opleiding ook in het ziekenhuis of bij de GGD kan werken. Dat is wel jammer.”

Nadia, mbo jaar 4

Jongeren hebben behoefte aan LOB die aansluit bij hun behoeften, zowel qua inhoud als vorm. Het is belangrijk dat ze een breed beeld van hun toekomstmogelijkheden krijgen. Jongeren willen zicht op de opties die het beste bij ze passen. En ze worden graag geprikkeld om andere minder voor de hand liggende opties te overwegen. Daarnaast is het belangrijk om met LOB aan te sluiten bij het niveau en de fase van de betreffende leerling of student. Soms sluit de behoefte van jongeren niet aan bij de rest van de klas of groep. Zij zouden in dat geval liever een alternatieve opdracht maken. Zo schreef een van de deelnemers op een digitale post-it: “Geef andere opdrachten dan de rest van de klas als je al een studie gekozen hebt.”

 3. Herkenbare LOB
Jongeren hebben een sterke behoefte aan LOB en vinden het aanbod van LOB-activiteiten vaak mager. Tegelijkertijd zijn ze zich niet altijd even bewust van de LOB-activiteiten bij hen op school en zien ze niet altijd het nut ervan in. Ze missen een doorlopende en herkenbare lijn die alle LOB-activiteiten verbindt. Nu zijn het te veel verschillende activiteiten die los van elkaar staan. Dit maakt het lastig om te herkennen wat LOB is en welke activiteiten ertoe behoren.

“We hebben verschillende LOB-dingen. We gingen naar een open dag van het roc. En we hebben een test gedaan over wat bij je past. En is een snuffelstage ook LOB? Dat was voor een ander vak. We hebben nooit over die dingen gepraat tijdens mentorles. Dat zou wel beter zijn. Ik wist niet dat het allemaal met elkaar te maken had.”

Nela, vmbo

Wat niet helpt is dat LOB geen sexy begrip is, maar een afkorting waarvan jongeren niet weten waar die voor staat. Label activiteiten en ervaringen duidelijker als LOB, of een alternatieve term die de essentie weet te vatten. En zoek naar manieren om samenhang te creëren tussen LOB-momenten. Zo schreef een jongere op een digitale post-it de tip: “Maak een vak van LOB en noem het ‘Zelfontwikkeling.’”

Meer weten?
Kortom, hoewel jongeren flink kritisch zijn op hoe ze LOB aangeboden krijgen, zien ze zeker de waarde ervan in. En uit hun ervaringen komen verschillende kansen naar voren voor LOB. Wil je meer weten over het jongerenperspectief op LOB, bijvoorbeeld wat jongeren vinden van ouderbetrokkenheid bij LOB? Of hoe ze denken over de vijf loopbaancompetenties van Marinka Kuijpers en haar onderzoeksteam? Lees dan hier de volledige rapportage van ons onderzoek.

[1] Meijers, F. & Kuijpers, M. (2015). Loopbaanleren in school en praktijk: de trialoog.

[2] Meijers, F., Kuijpers, M., & Bakker, J. (2006). Over leerloopbanen en loopbaanleren. Loopbaancompetenties in het (v)mbo.

[3] Slijper, J. (2017). En wat kan ik dan later worden? Een onderzoek naar het studiekeuzeproces van juridische hbo-studenten.