Forse verslechtering mentale gezondheid meisjes

Yvonne van Sark
7 december 2022

Jongerenonderzoek onder de loep #5

In onze rubriek ‘Jongerenonderzoek onder de loep’ licht Youngworks elke twee maanden een actueel onderzoek over jongeren uit. Voortdurend verschijnen er namelijk interessante rapporten die ons meer leren over jongeren. We vatten de belangrijkste uitkomsten en inzichten voor je samen en vragen drie mensen om te reageren op de resultaten: een wetenschapper, een professional uit de praktijk én een jongere zelf. In deze editie zoomen we in op HBSC, het vierjaarlijkse onderzoek naar Health Behaviour in School-aged Children. Gonneke Stevens (hoogleraar Adolescent Health and Wellbeing), Rocky Hehakaija (oprichter en directeur Favela Street) en Emma (15 jaar en scholier) geven hun reactie.

HBSC 2021 GEZONDHEID EN WELZIJN VAN JONGEREN IN NEDERLANDOnderzoek HBSC in het kort

Het HBSC-onderzoek monitort hoe het is gesteld met de gezondheid en het welzijn van jongeren in Nederland. Al twintig jaar voeren onderzoekers van Universiteit Utrecht, Trimbos en SCP dit onderzoek elke vier jaar uit, door duizenden jongeren van 11 tot/met 16 jaar (groep 8 basisschool en de vier onderste leerjaren van de middelbare school) te bevragen op thema’s rond welzijn en gezondheid. Oftewel: hoe gaat het met je? En hoe gezond leef je?

Door de grootschalige en internationale opzet levert HBSC een schat aan informatie op en is het een belangrijke pijler voor onze overheid en de leefstijlinstituten.  De laatste editie kwam in september ’22 uit.

Hoe is het onderzocht?

Het HBSC is een kwantitatief onderzoek. Leerlingen op basisscholen en middelbare scholen vullen in de klas een vragenlijst in. In totaal hebben ruim 5.000 leerlingen (5.243) in de leeftijd van 12 tot en met 16 jaar de vragenlijst beantwoord.

De metingen voor deze editie vonden plaats van oktober 2021 tot en met januari 2022. Op dat moment hadden de jongeren een periode van ruim anderhalf jaar met ingrijpende coronamaatregelen achter de rug en werden bovendien nieuwe maatregelen van kracht. Hierdoor geeft dit rapport dus een beeld van de veranderingen in de gezondheid en het welzijn van jongeren tijdens de coronapandemie in vergelijking met eerdere jaren.

Wat zijn de belangrijkste uitkomsten?

Lange tijd kon Nederland bij dit onderzoek naar de gezondheid van de jeugd (relatief gezien) achteroverleunen. Nederlandse jongeren gaven gemiddeld een 7,8 voor hun levenskwaliteit en ze scoorden bijvoorbeeld steevast hoog op de vraag of ze goed met hun vader en/of moeder over hun problemen kunnen praten. Maar het lijkt gedaan met het zorgeloze leventje van Nederlandse scholieren.

Ongekende stijgingen

De laatste editie, die in september ’22 uitkwam, laat een ongekende stijging van problemen bij de meisjes zien, en dan met name bij meisjes in het voortgezet onderwijs. ‘Zulke grote stijgingen zijn in eerdere jaren nooit voorgekomen,’ schrijven de onderzoekers dan ook.

  • Qua levenskwaliteit scoren deze meiden gemiddeld een magere 6,7.
  • 7 op de 10 meiden ervaart meerdere keren per week psychosomatische klachten als hoofdpijn, buik- en rugpijn, slaapproblemen en een zenuwachtig gevoel.
  • Het aantal meiden met emotionele problemen als stemmingswisselingen en angststoornissen steeg zelfs naar 44%.
  • De afgelopen twintig jaar tonen bijna een verdubbeling in het aantal jongeren met gedragsproblemen (variërend van agressief gedrag tot liegen en stellen) en hyperactiviteit en aandachtsproblemen. Bij meisjes is de toename over de afgelopen vier jaar weer wat hoger dan bij de jongens.

Trends in emotionele problemen en problemen met leeftijdgenoten voor jongens en meisjes in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs Trends in gedragsproblemen en hyperactiviteit/aandachtsproblemen voor jongens en meisjes in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs

 

Meisjes maken bedenkelijke inhaalslag bij genotmiddelen

Ook opmerkelijk: Voor het eerst in twintig jaar onderzoek zijn er geen verschillen in middelengebruik tussen jongens en meiden.

Waar meiden lange tijd een ‘achterstand’ op de jongens hadden qua roken, alcohol en drugs, roken en drinken de meiden inmiddels evenveel als jongens in die leeftijd en blijven ze ook in het gebruik van cannabis, XTC en lachgas niet achter.

Overall is het middelengebruik bij de jongeren overigens stabiel gebleven, dus de toename onder meiden middelt zich uit door een daling in middelengebruik onder jongens. Verder is het gebruik van lachgas gehalveerd; had in 2019 nog 2,5 procent de afgelopen maand lachgas gebruikt; in 2021 was dit gedaald tot 1,3 procent.

Co-rumineren met je BFF: Meiden praten elkaar meer in de put

De onderzoekers zoeken naar verklaringen voor de dalende mentale gezondheid van meiden. Super interessant vond ik de verklaring dat meiden vaker dan jongens de neiging tot co-rumineren hebben. Co-rumineren staat voor het excessief bespreken van zorgen, problemen en negatieve emoties zoals angst, woede of somberheid met een vriend of vrienden. Dergelijke gesprekken kunnen de emotionele band tussen vrienden verdiepen, maar het risico is ook dat jongeren problemen versterken door die steeds centraal te stellen in hun gesprekken met hun BFF (best friend forever). Heeft co-rumineren niet ook een online variant, bedacht ik me, denkend aan de vele ‘openhartige’ filmpjes op TikTok en Insta? We weten dat meiden meer tijd doorbrengen op social media (in vergelijking tot de jongens die meer gamen).

Meer weten?

Wil je het hele onderzoek van HBSC lezen?  Klik dan hier. Hier vind je ook een online magazine over het onderzoek.
Tot slot bracht de Universiteit Utrecht een podcast uit over het onderzoek. Deze is terug te luisteren via Soundcloud en Spotify.

Gonneke Stevens, projectleider HBSC-onderzoek.
Foto: Dieuwertje Bravenboer

Prof Dr Gonneke Stevens, sinds november ’22 hoogleraar Adolescent Health and Wellbeing aan de Universiteit Utrecht en projectleider van het HBSC-onderzoek.

Wat maakt het HBSC-onderzoek zo’n belangrijke bron?

‘Sinds 2001 doen we elke vier jaar onderzoek onder een representatieve groep jongeren van 11 tot 16 in Nederland. Omdat we in elke meting gebruikmaken van dezelfde vragenlijsten, kunnen we trends in de gezondheid en welzijn van jongeren rapporteren. We zetten alles op alles om een representatief beeld te krijgen; in elke meting werken ongeveer 150 scholen verspreid over heel Nederland mee en zeker 90 procent van de leerlingen die gevraagd wordt een vragenlijst in te vullen, doet dat. En omdat hetzelfde onderzoek in ongeveer 50 landen plaatsvindt, kunnen we ook internationaal vergelijkingen doen.

Hoe kijk jij naar de laatste studie?

‘Lange tijd brachten we met dit onderzoek vooral relatief goed nieuws. Nu zien we echt een trendbreuk, en vooral bij de meisjes. Daar is een ongekende toename van emotionele problemen, gedragsproblemen en hyperactiviteitsproblemen. Enerzijds gaat het dus om zogenaamd internaliserend probleemgedrag; denk aan angst, depressie, somberte en zenuwachtigheid. Anderzijds om externaliserend probleemgedrag, wat zich kan uiten in veel ruzie maken, vechten, brutaal zijn. En dan zijn er steeds meer meiden die zich niet goed kunnen concentreren of stilzitten.

Hoe duiden jullie de impact van corona op de resultaten?

‘Onze cijfers wijzen er sterk op dat corona een negatieve impact gehad heeft op het welzijn van onze jeugd. Zo hebben we sinds 2001 nog nooit zo’n sterke stijging in mentale problemen gezien in een periode van 4 jaar als tussen 2017 en 2021. Ook zijn jongeren in de laatste vier jaar minder positief over hun sociale relaties met vrienden geworden. Dat lijkt logisch, omdat ze hen minder gezien hebben tijdens de lockdowns.

Maar er is méér. Zo is de druk door schoolwerk sinds 2009 bijna verdrievoudigd. Jongens hebben daar minder last van meisjes. Druk door school is echt een maatschappelijk issue geworden. Steeds meer jongeren zitten in de hogere opleidingsniveaus en zijn daarmee waarschijnlijk op een niveau beland dat eigenlijk te moeilijk voor hen is. Met bijles en andere middelen proberen ze hogere cijfers te halen. Daar hebben zowel scholen, ouders als de overheid een rol in. Daar komt bij dat jongeren vaker aangeven dat ze door social media minder toekomen aan het maken van huiswerk. Ik ben wel terughoudend om te zeggen dat het een grote oorzaak is van de recente toename in mentale problemen onder meisjes. Want de effecten van social media variëren sterk per individu. Sommigen voelen zich er beter door, bij anderen werkt het negatief door. We moeten genuanceerd kijken naar de
effecten van social media op onze jeugd. De groep die echt verslavingskenmerken toont qua social mediagebruik is met 7% onder de meiden vrij klein en is bovendien in de laatste vier jaar niet sterk toegenomen.’

Heel interessant en – ik denk – herkenbaar voor velen vond ik de verklaring dat meisjes meer co-rumineren.

‘Problemen delen met je vrienden kan positief zijn voor de onderlinge band, maar je kunt elkaar ook de put in
praten. Dat onderling versterkende effect zien we bij meisjes vaker dan bij jongens.’

Hoe is het onderzoek ontvangen?

‘Het heeft het gevoel van urgentie rondom de aanpak van mentale problemen van de jeugd versterkt en het belang van ideeën en initiatieven die er al waren onderstreept. Een voorbeeld hiervan is de nieuwe kabinetsaanpak Mentale gezondheid: van ons allemaal. Ook hoor ik dat veel ouders met hun dochter over hun mentale gezondheid hebben gesproken. En dat is misschien wel de grootste impact die we konden hebben.’

Hoe gaan jullie verder?

‘We hebben in oktober en november ’22, dus na de pandemie, een extra meting gedaan op 100 scholen. Dat rapport verschijnt vóór komende zomer. Daarin gaan we nog verder inzoomen op de mate waarin de trends in mentale gezondheid variëren met geslacht, opleidingsniveau, gezinswelvaart, migratie-achtergrond en gezinsstructuur. En we gaan kijken hoe leerlingen de extra activiteiten op hun school hebben ervaren.’

Rocky Hehakaija, oprichter en directeur van Favela Street over mentale gezondheid meiden

Rocky Hehakaija over haar werk met jonge meiden Foto: Coco Olakunle

 

Rocky Hehakaija, oprichter en directeur van Favela Street

Hoe heb jij in jouw werk te maken met meisjes en meiden?

‘Vanuit Favela Street activeren we jongeren en vooral meiden via straatvoetbal. Dat doen we momenteel bijvoorbeeld in Amsterdam-West en op Curaçao. We bieden meiden een persoonlijk ontwikkelingsprogramma, waarbij sporten de ingang is om te werken aan de versterking van mentale weerbaarheid. Ik wil dat jongeren in de spiegel kijken en dan denken: ik ben iemand en ik kan iets.’

Hoe verklaar jij het groeiend aandeel mentale problemen bij meiden?

‘Ik zie bij meiden allerlei vormen van stress: de thuissituatie, druk door school en ouders, conformeren aan de groep. Er komen allerlei verwachtingen van buitenaf op jonge meiden af. Hoe gedraag ik mij als jonge vrouw? Wat komt er op mijn pad? Hoe wil ik zijn? En ook hier zie je polarisatie: wanneer ben je een goede vrouw, zorgend voor je kinderen of als powervrouw? Is Jaimie Vaes je rolmodel, of bijvoorbeeld Doutzen Kroeze die een bepaald beeld rondom vrouw zijn uitdraagt? Er is zoveel waar je als meisje sterk in moet zijn. En dan zijn onze meiden ook nog vatbaar voor loverboys. Enerzijds lijken meiden nu preutser, ze willen ook echt niet spontaan op de foto, altijd bang om exposed te worden. Elke foto kan al aanstootgevend zijn. Anderzijds zie ik ook jonge meiden van 15 zich op social media presenteren met een seksuele insteek waar ik zelf ongemakkelijk van kan worden.’ 

Hoe versterken jullie de weerbaarheid van jonge meiden?

Door veilige plekken te creëren waar we meiden samenbrengen op een positieve manier. Wij werken o.a. met
trainers die zelf uit de doelgroep komen en nu rolmodellen zijn. Wij praten met ze over problemen, bieden een schouder om op uit te huilen, en daarna komen we in beweging. Letterlijk. Actie in de taxi! Want pijn zet zich vast in je lijf. Daarom is het zo belangrijk dat jongeren ervaren dat ze emoties kunnen omdraaien, omzetten in kracht. Letterlijk iets van je schouders afschudden. Zo leren ze steviger in hun schoenen staan.’ 

Moet er extra aandacht komen voor meiden, en waar en hoe dan?

‘Zeker, er moet meer geld, aandacht en tijd richting de ontwikkeling van meiden. Niet vanuit de slachtofferrol, als in: meiden zijn zwak. Maar we moeten echt harder ons best doen en een brede groep aanspreken. Ik zie gelukkig goede initiatieven, zowel in het jongerenwerk als bij het sportbuurtwerk.

Emma (niet haar echte naam) is 15 jaar en doet dit schooljaar eindexamen vmbo-t stijging mentale problemen

Emma (niet haar echte naam) over haar ervaringen met mentale problemen

Emma (niet haar echte naam) is 15 jaar en doet dit schooljaar eindexamen vmbo-t

Hoe komt het volgens jou dat zoveel meiden mentale problemen en fysieke en mentale klachten hebben?

‘Zeker, meisjes maken zich eerder druk om zaken. Zie ik er leuk uit, ben ik goed genoeg? Jongens zijn vaak wat luchtiger, die denken eerder: laat lekker gáán! Ik heb ook sneller ruzie met een meid. Meiden maken ergens sneller een probleem van. En dan is er elke maand die ongesteldheid die doorwerkt.’

Wat zijn voor jou oorzaken van stress?

‘Vaak komt het door schooltaken. Ik had laatst zes toetsen in één week, dan heb ik wel stress en moet ik andere dingen afstoten. Maar ik neem ook echt rustpauzes, dat heb ik met mijn mentor besproken. Af en toe even naar buiten, blijven sporten. Je kan beter elke dag iets leren dan ineens urenlang blokken. Verder heb ik wel stress doordat mijn ouders gescheiden zijn toen ik nog jong was. Al mijn hele leven moet ik iedere week mijn spullen heen en weer sjouwen; plus alle gedoe eromheen. Soms denk ik: het is gewoon de puberteit en het gaat wel weer over. Eigenlijk zou je in zo’n onderzoek jongeren langer moeten volgen. Hoe is het bijvoorbeeld als iedereen 22 is?’

Wist je dat meiden steeds meer gaan roken en drinken?

‘Deze zomer heb ik de feestjes een beetje ontdekt. Nu corona voorbij is kunnen we alles doen. Soms doe ik dus wel een drankje. Niet ieder weekend, maar af en toe. Natuurlijk wil ik niet laveloos in de goot liggen. Dat is ook voor je toekomst niet goed. Mijn beste vriendin en ik zeggen vaak: we moeten vanavond op elkaar letten. Samen uit samen thuis. En dan zeg je soms tegen elkaar: nu is het wel genoeg, je moet echt stoppen, of even water drinken. Ik heb het idee dat jongens vaak zwaardere dingen doen, zoals blowen en lachgas. De grens ligt bij jongens hoger dan bij meiden.’

Uit het onderzoek blijkt dat vriendinnen elkaars problemen soms versterken door er zoveel over te praten.
Hoe is dat voor jou?

‘Mijn beste vriendin is sinds een jaar echt mijn BFF. We zitten op dezelfde school, doen veel gezellige dingen samen en logeren ook bij elkaar. Haar ouders zijn bijvoorbeeld ook gescheiden. Daar praten we wel over, maar soms zeggen we ook: laten we er niet te diep op ingaan. Het komt wel goed, we hebben elkaar en we moeten het ook leuk hebben met elkaar.’

Wat voor effect heeft social media op jou?

‘Als je zelf onzeker bent is het volgen van anderen heel frustrerend. Ik volg bijvoorbeeld Jade Anna, zij is vaak in Dubai en rijdt in een Range Rover. Soms denk ik ‘dat wil ik ook’. Maar dan koop je ook zo’n jurkje en dan staat het toch niet. Insta is eigenlijk nep. En je wéét niet hoe het echt met haar gaat. Influencer zijn is helemaal niet leuk, je krijgt heel veel kritiek.’

Meer over ‘jongerenonderzoek onder de loep’

Youngworks is een onderzoek- en adviesbureau, gespecialiseerd in jongeren als doelgroep. Naast het zelf uitvoeren van jongerenonderzoek en adviestrajecten houden de jongerenexperts van Youngworks ook nauw in de gaten wat er zoal wordt gepubliceerd door bijvoorbeeld wetenschappers en instanties. Tweemaandelijks verschijnt daarom onze rubriek ‘Jongerenonderzoek onder de loep’, lees hier de reeds verschenen artikelen van ‘jongerenonderzoek onder de loep’.

Heb je tips voor een recent jongerenonderzoek dat wij onder de loep kunnen nemen? Altijd welkom! Mail dan naar: yvonne@youngworks.nl