De rol van arbeidsmarktperspectief bij de studiekeuze van jongeren

Joris Schuurman
9 december 2024
,

Denken studiekiezers al na over baankansen?

De arbeidsmarkt kampt met grote uitdagingen: verschillende sectoren zoals de zorg en de installatietechniek hebben te maken met een groeiend tekort aan arbeidskrachten. Veel werkgevers staan te springen om instroom van jong talent. Tegelijkertijd concludeerde het CPB in een recent onderzoek dat jongeren zich bij hun studiekeuze nauwelijks laten leiden door baankansen. Hoe zit dit? En wat betekent dit voor werkgevers en sectoren die meer jongeren willen aanspreken? In dit artikel laten we zien dat toekomstperspectief wel degelijk een rol speelt, maar dat jongeren dat breder interpreteren.

CPB: belang van baankans op studiekeuze

Begin dit jaar publiceerde het CPB een studie naar de relatie tussen arbeidsmarktperspectieven en studie-inschrijvingen. Gaan jongeren studies vaker kiezen als ze weten dat er veel werk in te vinden is?

Aangezien arbeidsmarktperspectieven voortdurend veranderen, heeft het CPB terugkijkend over vijftien jaar (van 2006 tot 2020) onderzoek gedaan. In hoeverre bewegen de inschrijvingen van verschillende studierichtingen mee met deze arbeidsmarktuitkomsten? Het arbeidsmarktperspectief bepaalden de onderzoekers aan de hand van de startsalarissen en het percentage afstudeerders dat na een jaar werk heeft. De websites studiekeuze123.nl en kiesmbo.nl vermelden dit soort informatie ook per opleiding; veel opleidingen vermelden dergelijke overzichten zelf ook.

Uitkomsten ‘De relatie tussen de arbeidsmarkt en studie-inschrijvingen’ in detail

Het CPB-onderzoek laat een aantal interessante uitkomsten zien:

Uurlonen en baankansen fluctueerden de afgelopen vijftien jaar, met een duidelijke dip door de financiële crisis.

Onderstaande figuur laat zien dat de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden over vijftien jaar in beweging is geweest. De financiële crisis werkte door in salaris en werk, vooral bij de groepen die tussen 2011 en 2013 afstudeerden. Verder zien we dat de perspectieven stijgen naarmate het opleidingsniveau stijgt:

  • Afgestudeerden met een wo-master verdienen gemiddeld het meest.
  • Studenten met een mbo-niveau 2-opleiding het minst.
  • BBL-opleidingen zijn in dit onderzoek niet meegenomen.
de relatie tussen de arbeidsmarkt en studie-inschrijvingen tabel uurloon

Bron: CPB (2024): ‘De relatie tussen de arbeidsmarkt en studie-inschrijvingen’

Grote verschillen tussen clusters

Het rapport laat vervolgens voor wo-, hbo- en mbo-opleidingen zien hoe clusters opleidingen ten opzichte van elkaar presteren qua arbeidsmarktperspectief. Deze zijn uitgesplitst naar gemiddeld uurloon en het percentage dat werk als voornaamste inkomstenbron heeft:

  • Zo scoren bij universitaire opleidingen techniek en economie bovengemiddeld, en taal en cultuur ondergemiddeld.
  • Bij hbo-opleidingen scoren opleidingen die gaan over gezondheidszorg, onderwijs en techniek bovengemiddeld; ook hier scoren taal en cultuur beneden het gemiddelde, net als economische opleidingen.
  • Bij de mbo bol-opleidingen scoren opleidingen binnen de sectoren mobiliteit, techniek en zorg, welzijn & sport relatief goed.

Hieronder de gegevens voor hbo-afgestudeerden:

grote verschillen clusters-De relatie tussen de arbeidsmarkt en studie-inschrijvingen

Bron: CPB (2024): ‘De relatie tussen de arbeidsmarkt en studie-inschrijvingen’

Inschrijvingen opleidingen fluctueren wel, maar niet heel veel

Maar hoe interessant deze staatjes ook zijn: laten jonge studiekiezers zich er ook door leiden in hun keuze voor een opleiding? Het CPB concludeert zelf dat studiekiezers ‘niet aantoonbaar meebewegen’ met deze arbeidsmarktperspectieven. Bij een aantal studierichtingen zien ze zeker een correlatie, bij andere geen of juist een tegenovergesteld effect. Zo blijven creatieve opleidingen onverminderd populair.

Op alle onderwijsniveaus geldt dat het aantal studenten dat zich inschrijft wel fluctueert, maar niet sterk. We zien op de universiteiten bijvoorbeeld enigszins een stijging voor technische en economische opleidingen, terwijl het aantal economische hbo-studenten wat gedaald is, maar groot zijn de verschuivingen niet.

De relatie tussen de arbeidsmarkt en studie-inschrijvingen - per niveau

Bron: CPB (2024): ‘De relatie tussen de arbeidsmarkt en studie-inschrijvingen’

Daarbij zijn wel kanttekeningen te maken: het CPB heeft data op het niveau van studieclusters, ofwel domeinen, maar niet voor alle opleidingsrichtingen afzonderlijk. Verder bevatten de CPB-data – in tegenstelling tot schoolverlatersonderzoeken waarop studiekeuze123.nl en kiesmbo.nl zich baseren – geen informatie over de aansluiting van de baan op de studie. Als veel afgestudeerden uit de zorg bijvoorbeeld uitwijken naar een baan in de horeca, of vice versa zoals we zagen tijdens de coronapandemie, vertekent dit het percentage afstudeerders met werk als voornaamste inkomstenbron.

Jongeren interpreteren toekomstperspectief breder

Veel onderwijsinstellingen, werkgevers en sectoren denken erover na hoe ze vraag en aanbod beter op elkaar kunnen afstemmen, en dat is ook logisch. Vanuit economisch perspectief en maatschappelijk belang is het wenselijk als jongeren bij hun studiekeuze de perspectieven op de arbeidsmarkt laten meewegen. Zo voorkomen we immers een mismatch tussen vraag naar en aanbod van jong talent én voorkomen we dat jonge mensen geen werk kunnen vinden, terwijl tekorten in bepaalde sectoren blijven voortbestaan.

Maar het is helaas geen kwestie van objectief de baankansen benoemen waarna jongeren zich in groten getale aanmelden voor de meest kansrijke richtingen. Was het maar zo simpel! Vanuit Youngworks doen we veel onderzoek naar studiekeuze onder jonge studiekiezers. Laten we ons eens verdiepen in de jonge studiekiezer. Dan zien we verschillende nuances bij dit onderwerp.

  • Jongeren laten zich vooral leiden door wat ze nu leuk en belangrijk vinden

Jongeren baseren hun keuzes vooral op wat hen interesseert en waar ze goed in denken te zijn. Dat is ook wat ze op school en in hun sociale omgeving veel horen: je moet nog járen werken! Dan kan je beter je hart volgen (lees ook ons eerdere artikel hierover).

Ze gaan dus vooral op zoek naar inspiratie en informatie die aanhaakt bij hun drijfveren en talenten. Een enkeling denkt dan wel na over baanzekerheid of arbeidsvoorwaarden, omdat zij dat belangrijk vinden. Maar bij veel jonge studiekiezers staan andere drijfveren als betekenisvol werk of creativiteit meer op de voorgrond (zie ook ons Studiekeuze drijfverenmodel).

  • Een studie kiezen is sowieso een flinke uitdaging

Het maken van een studiekeuze is voor veel jongeren een ingewikkeld proces. Ze zijn vaak (erg) jong en zitten nog midden in de identiteitsontwikkeling, waardoor het sowieso al lastig is om keuzes te maken vanuit een langetermijnperspectief. Daarnaast moet de middelbareschooltijd ook nog worden afgerond in de vorm van examens en moet er tijd worden gevonden voor sport, bijbanen en sociale activiteiten, waardoor het plannen en prioriteren van hun tijd een extra uitdaging is. Voor het maken van een studiekeuze is ook tijd nodig en voldoende informatie (én inspiratie, later meer hierover) waarop de jongere diens keuze kan maken. Als je dan eindelijk een antwoord hebt op de moeilijke vraag wat je leuk vindt, dan ben je minder ontvankelijk voor de boodschap dat er minder werk te vinden is in die richting.

  • Er is te veel om uit te kiezen

Of je nu vmbo-, havo- of vwo-leerling bent, je kunt kiezen uit meer dan honderd opleidingen, die vaak weer geclusterd zijn over meer dan tien domeinen. Het is een enorme luxe om vanuit autonomie te kunnen kiezen uit zo veel mogelijkheden; maar die vrijheid en vele opties maken het er niet eenvoudiger op. Jongeren krijgen last van wat de psycholoog Barry Schwartz de keuzeparadox noemt: meer mogelijkheden brengen ook meer twijfels met zich mee, en daardoor wordt kiezen meer een last dan een bevrijding. Veel jongeren overwegen daardoor niet alle keuzes, maar perken zich al gauw in tot een specifiek domein of gaan nog meer random te werk.

  • Jongeren hebben vaak geen compleet beeld qua arbeidsmarktperspectieven

Dan hebben jongeren sowieso beperkte beelden bij beroepen die ze kunnen uitoefenen. Ze baseren zich veelal op bekende voorbeelden uit hun eigen omgeving – arts, advocaat, bouwvakker – en zo blijven hele sectoren en beroepen onderbelicht. Zo onderzochten we eerder voor CMMBO (Commissie Macrodoelmatigheid MBO) waarom zoveel jongeren kiezen voor mbo-opleidingen in het economisch-administratieve domein (zie hier). De reden? Jongeren associëren deze opleidingen met aspiraties als ‘manager willen worden’ of ‘rijk worden’ en weten niet dat er in dat opzicht in andere sectoren mogelijk veel betere kansen liggen. En ook ouders, die een belangrijke rol hebben in het studiekeuzeproces, adviseren vaak vanuit verouderde beelden en vanuit sectoren en beroepen die ze kennen.

  • Jongeren zijn van nature optimistisch

We zien het in allerlei onderzoeken terug: al maken jongeren zich vaak wel zorgen over de wereld en de toekomst, ergens zijn de meeste ervan overtuigd dat het met hen persoonlijk allemaal wel goed gaat komen. Dat negatieve gemiddelden hen niet zullen raken. Waarschuwingen over moeilijke baankansen op basis van abstracte percentages in de verre toekomst raken het puberbrein niet zo. Het maakbaarheidsdenken werkt door op alle opleidingsniveaus.

Zoals een hbo-student Communicatie het verwoordde in het onderzoek dat we uitvoerden voor CMMBO: “Tuurlijk zijn er heel veel mensen, maar als je gewoon je best doet en gelooft in jezelf dan lukt het wel.”

  • Jongeren (en ouders) wantrouwen en relativeren informatie over arbeidsmarktperspectief

Daarbij: wie is verantwoordelijk voor deze arbeidsmarktperspectiefinformatie? Beleidsmakers, sectoren, werkgevers, het voortgezet onderwijs of juist de opleidingen waar ze je graag willen laten instromen?

Er is ook wel reden voor voorzichtigheid, want de arbeidsmarkt is deels ook moeilijk te voorspellen: sectoren met tekorten vandaag kunnen morgen weer verzadigd zijn, zoals eerder gebeurde in de bouw en zorg. Jongeren vroeg naar een specifieke richting sturen, kan hun kansen daardoor juist eerder beperken in plaats van vergroten.

  • Bij de huidige krapte is op veel plekken wel werk te vinden

Tot slot is de vraag momenteel eerder: in welke sector zijn er géén vacatures te vinden? Ook in richtingen waarbij je dertig jaar geleden koos vanuit je hart – het onderwijs of de ggz – zijn momenteel enorm veel vacatures beschikbaar. En als je dan geen werk kunt vinden dat aansluit bij jouw opleiding, dan zijn er ook werkgevers die wel willen investeren in jouw bijscholing. Wat dat betreft hebben jonge mensen de wereld meer aan hun voeten.

Oplossingsrichtingen

De crux is kortom dat toekomstperspectief voor de jonge studiekiezers over zoveel meer gaat dan baankansen. De baankans is een relatief klein en weinig tot de verbeelding sprekend onderdeel in hun keuzeproces. Het is voor velen meer de vraag of ze überhaupt een aansprekend en realistisch beeld hebben van wat ze kunnen doen na de opleiding. Hoe kunnen we jonge studiekiezers helpen in het woud aan opties hun weg te vinden?

De waarde van inspirerende LOB

Het huidige systeem van loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) heeft een aantal beperkingen en uitdagingen. Jongeren missen vaak waardevolle ervaringen en inspiratie om een bewuste keuze te kunnen maken. Informatie over salarissen of baankansen blijft abstract als er geen verhalen achter zitten die meer context geven. Denk aan alumni die terugkomen om over hun loopbaan te vertellen, of interactieve sectorpresentaties waarin jongeren een realistisch beeld krijgen van hun mogelijkheden (zie bijvoorbeeld ons advies over vmbo-leerlingen interesseren voor een toekomst in de energietransitie).

Minder sturing, meer vaardigheden

Later of minder specifiek kiezen zou een oplossing kunnen bieden, zodat studiekiezers op een later moment een meer onderbouwde keuze kunnen gaan maken. Door minder specifieke keuzes te vragen op (zeer) jonge leeftijd, behouden ze de flexibiliteit om later als ze een sector beter overzien een passende richting te kiezen. Dit biedt ook ruimte voor een mindset waarin leren en ontwikkelen centraal staat, een mindset die hen voorbereidt op een veranderlijke arbeidsmarkt. Door in opleidingen op verschillende onderwijsniveaus meer nadruk te leggen op grotere vaardigheden, ontwikkelen jongeren een basis waarmee ze met meer flexibiliteit de arbeidsmarkt betreden.

Daarnaast moeten we kijken naar de vraag hoe we jongeren kunnen inspireren en bereiken, in plaats van hen simpelweg meer informatie te bieden. Door sectoren aantrekkelijker en tastbaarder te maken, vergroten we de kans dat jongeren zelf de stap zetten naar kansrijke beroepen.

Wat is echt in het belang van jongeren?

De spanning tussen ‘jongeren hun dromen laten najagen’ en ‘sturen op arbeidsmarktkansen’ is niet nodig. Door jongeren vanuit hun eigen talenten en interesses te koppelen aan sectoren met perspectief, bieden we ze een stevigere basis voor toekomstig geluk en succes​. Het frame op ‘baankansen’ is daarin een van de ingrediënten, maar tegelijkertijd veel te smal. We weten dat jongeren minder goede baankansen vaak niet als breekpunt zien en een beperkt referentiekader hebben als het gaat om de arbeidsmarkt. De uitdaging is dan ook groter: we moeten sectoren en banen die minder bekend en zichtbaar zijn veel sprekender naar de belevingswereld van jongeren toe brengen. Dat begint bij verdiepen in het perspectief en de blik van jongeren zelf: waar zit de kans en uitdaging in het imago? Met welke verhalen en ervaringen vanuit alumni en het werkveld kun je de link leggen naar drijfveren van je doelgroep? En welke ervaring kun je ze bieden om wel in beeld te komen? Kort gezegd: we moeten jongeren niet met feiten proberen te waarschuwen, maar een nieuw perspectief bieden op kansrijke sectoren. Sectoren waar ze hard nodig zijn en waar ze volop kansen vinden om zichzelf te ontwikkelen.

Laten we focussen op de vraag hoe we jongeren op jonge leeftijd kunnen begeleiden en inspireren. Want een studie die zowel bij jongeren past als die uitzicht biedt op een goede baan, is uiteindelijk een win-win voor iedereen!

Verder in gesprek?

Wil je verder met ons in gesprek over dit thema? Lukt het je bijvoorbeeld als kansrijke sector onvoldoende om in beeld te komen bij jongeren? Of ontwikkel je beleid of voorlichting om de rol van het toekomstperspectief een betere plek te geven in LOB? We denken graag met je mee. Neem contact met ons op.

Al sinds 1999 werkt Youngworks met een team van onderzoekers, adviseurs en trainers; en met een uitgebreid netwerk, van wetenschappers tot designers aan verschillende vraagstukken rondom jongeren (en hun toekomst). We schrijven regelmatig blogs en longreads, bekijk hier onze blogs. Ook is onze kennis gebundeld in verschillende boeken en (online) trainingen.